Geef je innerlijke criticus een aai
Je kent dat vast wel. Je wil een nieuwe stap maken, je bent enthousiast en vol goede moed. Maar daar komt hij weer: hij wil weer perse zijn zegje zeggen – jou innerlijke criticus, de strenge stem van binnen.
Hij waarschuwt je en vertelt je wat er allemaal mis kan gaan. Hij zegt tegen je: wie ben jij om te denken dat je dat kan, dat je interessant of goed genoeg bent. Soms roept hij: “pas op en doe maar normaal, doe maar voorzichtig of doe het niet.”
Als de innerlijke criticus de macht over je krijgt lig je zo onder de tafel. Je komt niet meer in actie. Of je door het innerlijke commentaar achteraf val je weer terug in je oude gedrag.
Die nieuwe stappen, die uitdaging die je voor jezelf had bedacht, vergeet het maar. Je slaagt niet met de innerlijke criticus aan het woord.
Laten we eens kijken: Waarom is die innerlijke criticus er eigenlijk en waarom kan hij niet gewoon gestopt worden?
Je innerlijke criticus is vaak al ontstaan in je kindertijd. Hij is ontstaan omdat hij je wilde beschermen, wilde voorkomen dat je buiten de boot viel, er niet meer bij hoorde, of dat je niet gezien of gewaardeerd werd. Hij beschermde je en voorkwam dat je fouten maakte, of mislukte, of gekwetst werd.
In feite is de innerlijke criticus deels een vertaling van je ervaringen en de boodschappen die jij expliciet of impliciet hebt gehoord, van ouders of andere autoriteiten.De innerlijke criticus is in feite een beschermer en in je volwassen leven denkt hij (of jij) dat zijn functie nog even hard nodig is. Maar dat is niet zo.
Als kind was deze bescherming misschien nodig, want als je jezelf kritisch bekijkt en vervolgens je gedrag daarop aanpast, voorkom je dat je kritiek van een van je ouders of anderen krijgt en voel je je meer gezien en gewaardeerd. Ook zorgt deze innerlijke criticus ervoor dat je niet iets doet waardoor je buiten een groep kan vallen, je er niet meer bij hoort.
Maar je bent nu volwassen. Deze bescherming is niet meer nodig. Je bent stevig genoeg geworden om tegen kritiek van anderen te kunnen. Je hoeft je kwetsbaarheid niet meer zo te beschermen. Je heb misschien zelfs al geleerd dat je krachtiger wordt als je je kwetsbaarheid toont dan wanneer je hem beschermt.
Wie kwetsbaarheid laat zien, wordt minder snel gekwetst dan wie een harnas om zich heen heeft gebouwd. Met de eerste wordt rekening gehouden, omdat je weet waar hij of zij kwetsbaar in is. Degene met de harnas lijkt zo sterk, dus die kan, lijkt het, wel tegen een stootje.
Sla een arm om je innerlijke criticus, vertel hem dat je zijn intentie ziet (nl dat hij je wil beschermen) en dat je dankbaar bent voor wat hij voor je heeft gedaan in je leven.
Je bent nu volwassen en je hoeft deze stem niet meer te volgen. Dus begroet hem vriendelijk als hij weer zijn zegje wil zeggen, maar geef hem geen gelijk. Je kan jezelf afvragen wat je nodig hebt op het moment dat deze stem het weer lijkt over te nemen. Heb vertrouwen dat het goed is wat je doet.
Wist je dat wanneer je meer zelfcompassie ontwikkeld je op termijn minder beïnvloed wordt door je innerlijke criticus. Kijken even bij de compassietrainingen op deze website en de opleiding Mindfulness en Compassiecoach.